Begeleiding voor medewerkers die complexe rouw ervaren    


Gedragscode Professioneel Begeleiders

ST!R  |  Versie 1.0


1  |  DEFINITIES

  1. De gedragscode is van toepassing op iedere coach, supervisor of andere professioneel begeleider die is geregistreerd bij StiR;
  2. Deze coach, supervisor of andere professionele begeleider wordt in deze code verder aangeduid als de professioneel begeleider;
  3. De coachee, supervisant of anderszins te begeleiden persoon wordt in deze code verder aangeduid als cliënt;
  4. Indien de opdracht tot de begeleiding is verstrekt door een andere opdrachtgever dan de cliënt dan wordt die aangeduid als externe opdrachtgever.

 


2  |  ALGEMEEN

  1. De professioneel begeleider toont respect voor de persoon en de privacy van de cliënt en voor de persoon of de organisatie van de externe opdrachtgever;
  2. De professioneel begeleider streeft naar integriteit in zijn beroepsuitoefening;
  3. De professioneel begeleider streeft naar het verwerven en handhaven van een hoog niveau van deskundigheid in zijn beroepsuitoefening;
  4. De professioneel begeleider streeft er naar om verantwoorde keuzes te maken in overeenstemming met de rol van begeleider zoals die in het contract is overeengekomen;
  5. De professioneel begeleider onthoudt zich van gedragingen die het vertrouwen in de professionele begeleiding kunnen schaden.


3  |  OPDRACHT

  1. De professioneel begeleider draagt er zorg voor dat hij zowel tegenover de cliënt als de externe opdrachtgever een juist beeld geeft van de begeleiding die hij aanbiedt en van de mate van zijn deskundigheid en ervaring;
  2. De professionele begeleider neemt geen opdrachten aan die buiten zijn deskundigheid en/of zijn ervaring liggen, en adviseert de cliënt in dat geval om zich tot een andere professioneel begeleider te wenden;
  3. Als de overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, dan draagt de professioneel begeleider er zorg voor dat de voorwaarden en het doel van die opdracht schriftelijk worden vastgelegd in een contract;
  4. In dat contract worden in ieder geval de volgende zaken behandeld:
    - het doel van de opdracht
    - de financiële voorwaarden
    - de wijze waarop wordt gerapporteerd aan de cliënt en de externe opdrachtgever
    - de toepasselijkheid van deze gedragscode

 


4  |  VERTROUWELIJKHEID

  1. De professioneel begeleider draagt er zorg voor dat hij te allen tijde de vertrouwelijkheid jegens de cliënt in acht neemt, dat het dossier van de cliënt zorgvuldig en op een veilige plaats wordt bewaard;
  2. De professioneel begeleider toont uiterste zorgvuldigheid in zijn omgang met vertrouwelijke informatie en brengt niets naar buiten, mondeling noch schriftelijk, tenzij de cliënt daar tevoren de expliciete toestemming voor heeft verleend;
  3. Ook aan de externe opdrachtgever worden geen mededelingen gedaan of verslagen uitgebracht of ter inzage gegeven zonder de expliciete toestemming van de cliënt;
  4. Heeft de cliënt toestemming verleend om schriftelijk verslag te doen aan de externe opdrachtgever, dan krijgt de cliënt de gelegenheid om het concept van dat verslag in te zien en van commentaar te voorzien.
  5. De cliënt heeft te allen tijde het recht om een eerder verleende toestemming om verslag te doen aan de externe opdrachtgever alsnog in te trekken.


5  |  INTEGRITEIT

  1. De professioneel begeleider handelt alleen in overeenstemming met zijn contractueel vastgelegde bijdrage aan het doel van de opdracht en zal zijn handelen niet laten beïnvloeden door zijn zakelijke, persoonlijke, religieuze, politieke of ideologische belangen;
  2. De professioneel begeleider onderkent de moeilijkheden die kunnen ontstaan doordat de cliënt en de externe opdrachtgever verschillende belangen kunnen hebben. Als die situatie zich voordoet zal hij dat zo snel mogelijk melden aan beide partijen en hen duidelijk maken hoe hij met die verschillende belangen zal omgaan;
  3. Als die belangen onverenigbaar blijken te zijn zal de professioneel belegeider de opdracht niet aannemen dan wel direct beëindigen;
  4. De professioneel begeleider onderkent de moeilijkheden die kunnen ontstaan uit het gelijktijdig of opeenvolgend vervullen van verschillende professionele rollen ten opzichte van één of meer betrokkenen en beoordeelt zorgvuldig of het vervullen van meerdere rollen na of naast elkaar wel aanvaardbaar is;
  5. Als de professioneel begeleider verschillende rollen vervult dan zorgt hij er voor dat hij ten opzichte van de betrokkenen volledige duidelijkheid over die verschillende rollen verstrekt.

 


6  |  RELATIE

  1. De professioneel begeleider vermijdt te allen tijde elk seksueel contact en elke seksuele relatie met de cliënt;
  2. De professioneel begeleider streeft er naar om een vriendschappelijke relatie met de cliënt te voorkomen. Mocht toch een vriendschappelijke relatie ontstaan dan draagt de professioneel begeleider er zorg voor dat zijn begeleiding zo snel mogelijk wordt beëindigd en werkt hij mee aan een zorgvuldige overdracht van de begeleiding aan een andere professioneel begeleider.